Zesjescultuur op het ministerie van Onderwijs

Nog nooit kozen zoveel jongeren voor Techniek en Wetenschappen“, schrijft de Vlaamse minister van Onderwijs.

Het percentage studenten dat een ‘STEM’ (Science, Technology, Engineering and Mathematics) studierichting volgt stijgt zowel in het secundair als in het hoger onderwijs.

Er zijn echter meerdere problemen met het persbericht dat de minister gisteren uitstuurde.

Zo staat er: “Uit de cijfers blijkt dat in Vlaanderen leerlingen uit de provincie Antwerpen het vaakst kiezen voor een STEM-studierichting (47.6%) in het hoger onderwijs. Dat is bijna 3% meer dan het Vlaamse gemiddelde van 44.8%.”

Merkwaardig, want in de tabel erboven staat dat het aandeel studenten STEM-richtingen in professionele bachelors 26,41% bedraagt en het aandeel in academische bachelors 34,41%. Het gewogen gemiddelde kan dus nooit 44,8% zijn.1

Waar komt het cijfer van 47,6% Antwerpse STEM studenten in het hoger onderwijs dan vandaan?

Onderaan het persbericht staat een link naar de STEM-monitor. In dat rapport kunnen we echter geen cijfers per provincie vinden. Daarvoor moeten we terecht in een bijlage, waar niet naar gelinkt wordt in de monitor. Na enig zoeken blijkt dat de bijlage een Excel-bestand is op deze website.

Nu komt de aap uit de mouw. In het tabblad ‘Doorstroom SO-HO’ staat inderdaad het getal 47,6% voor de provincie Antwerpen. Maar dat gaat over het aantal STEM-studenten in het hoger onderwijs die in het secundair ook een STEM-richting volgden. De opsteller van het persbericht begrijpt dus het begrip voorwaardelijke kans niet, nochtans verplichte leerstof in de wiskundeles van het zesde middelbaar!

In een STEM-richting zou dit persbericht een onvoldoende krijgen.

Tweede opmerkelijk cijfer: “Ook het aantal STEM-diploma’s stijgt. Zo stroomt meer dan de helft van de leerlingen in ASO uit met een STEM-diploma: een toename van 51.1% in schooljaar 2010-2011 naar 54.7% in schooljaar 2016-2017.”

In dit Excel-bestand kan je zien wat men allemaal bij de STEM-studierichtingen rekent2:

Dat is wel een heel brede definitie. Zo zijn bijvoorbeeld Latijn-Wiskunde en Moderne talen-wetenschappen ook STEM-richtingen. De niet-STEM-richtingen zijn dan vooral Humane wetenschappen, Economie-moderne talen en Grieks-Latijn.

Verder lezen we: “In ASO stijgt vooral ‘Wetenschappen-wiskunde’”. Daarvoor zullen we de minister op haar woord moeten geloven, want nergens in de STEM-monitor of de Excel-bijlagen staan er cijfers over het aantal leerlingen dat kiest voor Wetenschappen-wiskunde.

Conclusies die niet gestaafd worden door metingen worden niet aanvaard in STEM-richtingen. In een STEM-richting zou dit persbericht dan ook een onvoldoende krijgen. Een illustratie van de zesjescultuur op het ministerie?

  1. Merk overigens op dat in het persbericht kommagetallen soms met een komma en soms met een punt genoteerd worden.
  2. Tabblad ‘Definitieve classificatie’, filter in kolom C op ‘ASO’ en in kolom P op ‘STEM’.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *